Het raadhuis werd tussen 1888 en 1893 gebouwd door het bekende bedrijf Sachers en Gärtner naar een ontwerp van de Weense architect Franz Neumann en het is daarom niet verwonderlijk dat het gebouw sterk doet denken aan het Weense raadhuis. Boven het machtige toegangsportaal wordt de aandacht getrokken door een stenen reliëf dat de stichting van het oude en nieuwe raadhuis uitbeeldt, en door een balkon met balustrades vanwaar vele bekende personen het volk toespraken. Opmerkelijk is de 61 meter hoge hoofdtoren met op de spits het beeld van een ridder, en ook de rijk versierde gevels, de waardevolle gebrandschilderde ramen en de prachtige ceremoniezaal, die een uitmuntend voorbeeld is van nauwkeurig handwerk, zijn zeer de moeite waard. Ondanks zijn leeftijd blijft het raadhuis daarom een van de waardevolste architectonische pareltjes van de stad aan de voet van de berg Ještěd.

In de voetsporen van de familie Liebieg

De bouw van het raadhuis in de stijl van de transalpijnse renaissance kon mede worden verwezenlijkt dankzij de gulle bijdrage van Franz Liebieg jr., die de stad in zijn testament een bedrag van 100.000 Oostenrijks-Hongaarse guldens naliet. Als dank liet de stad voor op de trap van het raadhuis standbeelden van haar twee belangrijkste weldoeners, Franz en Heinrich Liebieg, maken door beeldhouwers Emanuel Gerhart en Gustav Hermann. Deze zijn echter niet bewaard gebleven. Wel kunnen de gebrandschilderde ramen nog worden bewonderd, die werden vervaardigd in opdracht van Franz' broer Ludwig Liebieg en zijn kleinzonen Ferdinand en Franz Liebieg.